H. Laurentius, Aartsdiaken en Martelaar.
De heilige martelaar Laurentius van Rome of Laurens leefde in de derde eeuw in Rome tijdens de christenvervolgingen. Over zijn leven is nauwelijks iets bekend. Hij is ongeveer in het jaar 225 geboren in Huesca (Spanje) en oefende in Rome het ambt van diaken uit tot 10 augustus 258, zijn sterfdag.
Hij wordt aartsdiaken genoemd, omdat hij leiding had bij het verdelen van de aalmoezen op last van de bisschop, in Laurentius’ geval die van Rome (die toen nog geen paus werd genoemd), Sixtus II. De keizer, toentertijd Valerianus I, bepaalde echter de wetten in de stad. Christenen mochten van hem niet meer bijeenkomen in godshuizen of vergaderingen en evenmin begraafplaatsen bezoeken – zoals de catacomben in Rome, waar (paus) Sixtus II niettemin een mis opdroeg en vervolgens werd gearresteerd en ter dood gebracht. Laurentius was één van de zeven aanwezige diakenen en werd eerst ondervraagd door de keizer, die de rijkdommen van de Kerk wilde opeisen, omdat Laurentius als diaken belast was met het verdelen daarvan onder de armen. Op verlof om de gevraagde schatten te verzamelen, gaf hij alles waar hij over kon beschikken weg en keerde terug met een groep armen. Zij werden de keizer voorgesteld als de ‘Schatten van de Kerk’. Laurentius moest het met zijn leven bekopen: hij werd achtereenvolgens gegeseld, levend boven een vuur geroosterd en tenslotte onthoofd. In de basiliek van Sint-Laurentius buiten de Muren (San Lorenzo fuori le Mura), één van de hoofdkerken van Rome, worden zijn relieken bewaard samen met die van medediakenen Stefanus en Justinus.